-
1 ding
n. ding, tring, rinkel van een bel--------v. luiden van klokken, rinkelen van bel -
2 ding dong
n. ringend geluid van een bel; klokkengelui; (Slang) dom iemand; gek; luidruchtig twistgesprek, gevecht (Informeel) -
3 break up
eindigen van vrienden relatie, uit elkaar gaan; uit elkaar halenbreak up1 uit elkaar vallen 〈 van ding〉 ⇒ in stukken breken; 〈 figuurlijk〉 ten einde komen; ontbonden worden 〈 van vergadering〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:4 break it up! • hou ermee op! -
4 proud
adj. trots; groot; wonderbaarlijkproud1[ praud] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 trots ⇒ fier, zelfverzekerd2 trots ⇒ hoogmoedig, arrogant♦voorbeelden:father will be proud of you • vader zal trots op je zijn————————proud2〈 bijwoord〉 〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 -
5 from it
van het zojuist genoemde dier of ding, van het ding of subject zojuist genoemd -
6 thing
n. ding, objekt; gebeuren; onderwerp; wezen; idee[ θing]3 schepsel ⇒ wezen, ding♦voorbeelden:1 sweet things • zoetigheid, snoep(goed)not a thing to wear • niks om aan te doen/trekkenit's a bad thing to • het is onverstandig omhave better things to do • wel wat beters te doen hebbena good thing too! • (dat is) maar goed ook!it's a good thing that • het is maar goed/gelukkig datit's a good thing to • je doet er goed aan (om)a lucky thing no one got caught • gelukkig werd (er) niemand gepaktnot the same thing • niet hetzelfdeget a thing done • iets gedaan krijgenmake a thing of • een kwestie/punt/zaak maken vanit didn't mean a thing to me • het zei me totaal nietstake things too seriously • alles te ernstig opnementaking one thing with another • alles bij elkaar genomenand another thing • bovendien, meer nogthe first thing that comes into her head • het eerste (het beste) dat haar te binnen schietfor one thing • in de eerste plaats, om te beginnen; immersa thing like you • iemand van jouw slag/soortknow a thing or two • niet van gisteren zijnknow a thing or two about • het een en ander weten overlet things rip/slide • de boel maar laten waaienbe seeing/see things • spoken zien, hallucinaties hebbenof all things • vreemd genoegwell, of all things! • wel heb ik ooit!I'll do it first thing in the morning • ik doe het morgenochtend meteenthe first thing I knew she had hit him • voor ik wist wat er gebeurde had ze hem een mep gegevenfirst things first • wat het zwaarst is moet het zwaarst wegenit is (just) one of those things • (zo) van die dingen, dat gebeurt nu eenmaal→ close close/, good good/, great great/, hot hot/, near near/, old old/, square square/, warm warm/II 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 (dat) wat gepast/de mode is3 het belangrijkste (punt/kenmerk)♦voorbeelden:be not (quite) the thing • niet passen/horenquite the thing • erg in (de mode/trek)the latest thing in ties • een das naar de laatste mode2 just the thing I need • juist/precies wat ik nodig hebthe thing about Stephen • wat Steven zo typeertthe thing is that • het is zaak/het belangrijkste is/het komt erop aan (om/dat)4 just for the fun of the thing • gewoon voor de grap/lol¶ and that sort of thing • en (zo meer) van die dingen, en zonot know the first thing about • niet het minste verstand hebben van→ sure sure/1 spullen♦voorbeelden:that would only make things worse • dat zou het allemaal alleen maar verergerenhow are things, 〈 informeel〉how's things? • hoe gaat het (ermee)?3 things political • de politiek/politieke wereld -
7 decouple
v. afscheiden; ontkoppelen van een ding van het andere; ontkoppelen van de koppeling van het ene circuit of gedeelte van een ander (Elektronica); absorberen van een schok van een explosie; verminderen van door lucht voortgeleide schokgolven van een explosie door de explosieondergrond tot ontploffing te brengen -
8 sure
adj. zeker; natuurlijk; nagegaan--------adv. zeker; natuurlijksure11 zeker ⇒ waar, onbetwistbaar2 zeker ⇒ veilig; betrouwbaar, onfeilbaar♦voorbeelden:¶ sure card • iemand/iets waar men van op aan kan/op kan bouwenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 zeker ⇒ verzekerd, overtuigd♦voorbeelden:I am not sure • ik weet het niet zekersure of oneself • zelfverzekerd, zelfbewustbe/feel sure about something • overtuigd zijn van iets, iets zeker wetenyou can be sure of it • daar kan je van op aanbe sure to tell her • vergeet vooral niet het haar te vertellento be sure • natuurlijk, toegegevento be sure she is not rich • ze is weliswaar niet rijkit is sure to be a girl • het wordt vast een meisjehe is sure to come • hij komt zekeryou had better be/make sure • je moest het maar even nakijkenjust to make sure • voor alle zekerheid————————sure21 zeker ⇒ natuurlijk, ongetwijfeld, inderdaad♦voorbeelden:1 sure enough! • natuurlijk!he promised to come and sure enough he did • hij beloofde te komen en inderdaad, hij kwam ookI don't know for sure • ik ben er niet (zo) zeker vanthat's for sure • dat staat vast, zoveel is zekeras sure as I am standing here • zo waar ik hier sta -
9 job
n. Jobjob1[ dzjob] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 baan(tje) ⇒ vak, job, taak3 zaak(je) ⇒ handel(tje), zwendel(tje)♦voorbeelden:have a job to get something done • aan iets de handen vol hebbenmake a (good) job of something • iets goed/grondig afwerkenon the job • aan/op het werk, bezigout of a job • zonder werk, werkloosmake the best of a bad job • ergens nog het beste van makenhe's gone, and a good job too • hij is weg, en maar goed ook¶ that should do the job • zo/daarmee moet het lukkenit was just the job • het kwam precies van pas→ odd odd/————————job2〈 jobbed〉♦voorbeelden:2 manoeuvreren ⇒ ambtsmisbruik plegen, vriendjespolitiek bedrijven♦voorbeelden: -
10 leading
adj. vooraanstaand, hoofd---------n. leiding; begeleiding; (bij vliegtuigen) richting van vooruitgang van baan van vijandelijk vliegtuig--------n. met lood bedekt; met lood besloten; loodplaatje (bij druk)leading1[ ledding] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 loodrand/strook 〈 om glas〉————————leading2[ lie:ding] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 voornaam(st) ⇒ hoofd-, toonaangevend2 leidend ⇒ (be)sturend, (be)heersend♦voorbeelden:1 leading actor/actress • hoofdrolspeler/speelsterleading part/role • hoofdrol¶ leading article • lokkertje, reclameartikel 〈 in winkels〉; 〈Brits-Engels; journalistiek〉(hoofd)commentaar, redactioneel commentaar/artikelleading light • invloedrijk persoon, autoriteitleading question • suggestieve vraag -
11 according to
naar gelang, overeenkomstig aan-[ əko:ding toe]1 volgens (het zeggen van) ⇒ naar … beweert2 volgens ⇒ naar (gelang van), in overeenstemming met♦voorbeelden: -
12 bed
n. bed; bodem; bloembed--------v. in de tuin planten; grondslagbed1[ bed] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 bed(ding) ⇒ grondslag, onderlaag; (bodem)laag5 seks♦voorbeelden:separation from bed and board • scheiding van tafel en bedit is time for bed • het is bedtijddouble/single bed • tweepersoons/eenpersoonsbedspare bed • logeerbedkeep (to) one's bed • het bed houdentake to one's bed • het bed moeten houdenwet one's bed • bedwaterenno bed of roses • geen pretje→ wrong wrong/————————bed2〈werkwoord; bedded〉2 planten♦voorbeelden:→ bed down bed down/ -
13 jumbo
adj. reusachtig, zeer groot van afmetingen; jumbo--------n. reusachtig, zeer groot van afmetingen (mens, dier, ding); jumbojumbo1[ dzjumboo] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 verkorting〉[jumbo jet]————————jumbo2, jumbo-sized1 kolossaal ⇒ jumbo-, reuze- -
14 leading edge
de leidende kracht; (in vliegtuigen) aanvalgrens (de grens van gebied in lucht dat zich in richting van verkeer keert)[ lie:ding edzj] -
15 pleading
adj. pleitend, verdedigend--------n. pleidooi, betoog[ plie:ding]3 〈meervoud; juridisch〉 schriftelijke uiteenzettingen van de zaak van beide partijen 〈 ingediend vóór de zitting〉 -
16 worst
adv. op ernstigste manier, op slechtste manier--------n. het slechtste ding; de slechtste situatie--------v. het onderspit doen delven; in de luren leggen; het afleggen tegen iemandworst1[ wə:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:do your worst • ga je gang maarget/have the worst of it • aan het kortste eind trekkenat (the) worst • in het ergste/ongunstigste geval————————worst2I 〈bijvoeglijk naamwoord; overtreffende trap van bad〉————————worst3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:the worst dressed man • de slechtst geklede man -
17 juju
n. (in westen van Afrika) object waaraan magische krachten worden toegekend; magische kracht toegekend aan een ding; regel als resultaat van bijgeloof geassocieerd met een object--------n. muziekstijl gekarakteriseerd door drummen en Hawaïaanse guitaren (ontwikkeld in Nigeria gedurende de 1920-er jaren) -
18 lusus naturae
speling van de natuur, gril van de natuur, gedeformeerd persson of ding, monster, gedrocht -
19 metonymy
n. metonymie, spraakvorm dat een ding in plaats van een ander erbij betrokken onderwerp gebruikt (bv. gebruik van de "troon" om te verwijzen naar de monarchie -
20 anything
n. wat dan ook; elk ding; ietsanything1[ ennieθing] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 alles ⇒ wat dan ook, wat het ook zij♦voorbeelden:1 she guards her jewels, her books, her anything • ze bewaakt haar juwelen, haar boeken, alles wat ze heeft————————anything21 om het even wat ⇒ wat dan ook, iets, (van) alles♦voorbeelden:she doesn't eat just anything • ze eet niet zomaar allesgive me anything • geef me maar watnot for anything • voor geen goudthat could be anything from \\td10 to \\td100 • het kan 10, het kan 100 dollar kosten, weet ik veel/ik heb geen ideeas drunk as anything • ladderzatanything but safe • allesbehalve veiligif anything this is even worse • dit is zo mogelijk nog slechter————————anything3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:she wasn't anything like as pretty as Jill • ze was bijlange niet zo mooi als Jill
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Ding Ling — Saltar a navegación, búsqueda Este es un nombre chino; el apellido es Ding. Ding Ling (chino: 丁玲, pinyin: Dīng Líng, Wade Giles: Ting Ling) (Linli, China; 12 de octubre de 1904 Pekín; 4 de marzo de 1986) fue una escritora china contemporánea. Sus … Wikipedia Español
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ding-A-Dong — French 7 Inch single cover. Eurovis … Wikipedia
van Dijk, Hans — (Johannes Gerardus Adrianus Wilhelmus Cloeck) b. 1946, Deventer, Netherlands; d. 2002 Art curator Hans van Dijk began his career as an artist studying at the Arnhem Arts Academy and at the Eindhoven Design Academy, where he graduated in 1970. In… … Encyclopedia of Contemporary Chinese Culture
Ring-A-Ding-Ding — Infobox Album | Name = Ring A Ding Ding! Type = Album Artist = Frank Sinatra Background = Released = 1961 Recorded = December 19 December 21, 1960 Los Angeles Genre = Vocal Jazz, Classic pop Length = 39:15 Label = Reprise Records Producer =… … Wikipedia
Ring a Ding Ding — Single infobox Name = Ring a Ding Ding Artist = Brakes from Album = Give Blood Released = start date|2005|10|17 Format = CD, 7 Vinyl Recorded = ??? Genre = Indie Length = 5:04 (CD), ??? (7 ) Label = Rough Trade Producer = Marc Beatty Chart… … Wikipedia
Das Ding aus einer anderen Welt (1951) — Filmdaten Deutscher Titel Das Ding aus einer anderen Welt Originaltitel The Thing from Another World … Deutsch Wikipedia
Ring-Dinge-Ding — Infobox ESC entry song = flagicon|Netherlands Ring Dinge Ding caption = year = 1967 country = Netherlands artist = Thérèse Steinmetz as = with = language = Dutch languages = composer = Johnny Holshuyzen lyricist = Gerrit den Braber conductor =… … Wikipedia
Oscar van Dillen — Oscar Ignatius Joannes van Dillen (born June 25, 1958 in s Hertogenbosch) is a Dutch composer, conductor, and instrumentalist. Contents 1 Education … Wikipedia
Wilhelmus van Nassouwe — Wilhelmus van Nassouwe (nl) Guillaume de Nassau Portait de … Wikipédia en Français
Wilhelmus van nassouwe — Wilhelmus van Nassouwe (nl) Guillaume de Nassau … Wikipédia en Français